Wat doet pijn bij blaas- of nierkanker?

“Pijn is een helpend signaal. Onze hersenen geven dit pijnsignaal om ons te beschermen. Belangrijk dus om er aandacht aan te besteden”, benadrukt drs. Bert Messelink, uroloog en seksuoloog NVVS bij het Universitair Bekkenpijncentrum Groningen.
Juni 2018 | door Jolanda Thelosen.

In Nederland heeft 1 op de 5 mensen dagelijks pijn. Dit wordt chronische pijn genoemd wanneer de pijn, continu of met onderbrekingen, langer bestaat dan drie maanden. Chronische pijn komt veel voor bij (ex-)kankerpatiënten. Pijn heeft vaak grote invloed op het dagelijks functioneren, het welzijn en de directe omgeving.

Wat is pijn?
Bert Messelink

Drs. Bert Messelink

“De afgelopen jaren hebben we veel geleerd over pijn”, zegt Bert Messelink. “Pijn is een signaal vanuit de hersenen om ons te beschermen. Het signaal pijn betekent: leg nu alles opzij en besteed aandacht aan de plek waar het pijn doet. Bijvoorbeeld de blaas of nieren als daar de pijn zit.”

“Pijn wordt vaak als negatief ervaren. We vinden het niet fijn om pijn te voelen. Toch is pijn een belangrijk beschermend signaal. Het helpt ons om te overleven en om gezond te blijven.”

Hoe ontstaat pijn?

Bert Messelink legt uit, dat chronische pijn op verschillende manieren kan ontstaan. Hij noemt als voorbeeld nociceptieve pijn en legt uit: “Deze pijn wordt veroorzaakt door beschadiging. In bijvoorbeeld de blaas of nier gebeurt iets waardoor het blaas- of nierweefsel wordt beschadigd. Dat beschadigde weefsel geeft signalen af, die via de zenuwen, via het ruggenmerg naar de hersenen gaan. De hersenen herkennen dat signaal als ‘dit klopt niet’. Op dat moment trekken de hersenen aan de bel: er gebeurt iets, we voelen pijn, omdat we er aandacht voor moeten hebben.”

Hij vervolgt: “Degene bij wie dit gebeurt, beslist uiteindelijk zelf of hij iets met dat signaal gaat doen. Dat is voor velen wel herkenbaar: het is afhankelijk of het past bij het beeld dat we hebben en het moment waarop dit gebeurt. Als we bijvoorbeeld druk bezig zijn en de pijn komt ons niet uit, dan zullen we de pijn eerder ontkennen en verdwijnt de pijn. Terwijl als iemand bloed heeft geplast en daarna pijn in de blaas krijgt, dan zal hij zich waarschijnlijk grote zorgen maken.”

“Ook de reactie op het besef van pijn kan heel verschillend zijn. Sommigen vinden het eng en doen dan juist niets. Zij willen de pijn eigenlijk niet voelen. Het signaal zal steeds sterker worden en er zal op een gegeven moment steeds meer en vaker pijn ontstaan. En mogelijk lopen zij daardoor vertraging op in de behandeling.”

Bert Messelink zegt: “Pijn kan ook ontstaan op basis van signalen uit het lichaam zonder dat er sprake is van beschadiging, bijvoorbeeld als gevolg van een behandeling. Zo kan na de operatie van blaaskanker pijn ontstaan. Op basis van die pijn in het zenuwstelsel kan iemand normale signalen zoals aandrang interpreteren als pijn. Als diegene dan opnieuw pijn krijgt, is hij extra alert en die gedachte versterkt weer de pijn. Deze pijn ontstaat op basis van herinnering. Dan is het heel waarschijnlijk dat de uroloog na een onderzoek of scan meldt dat het in orde is. Als regelmatig dezelfde signalen als pijn worden ervaren, wordt de pijn steeds heviger. En er worden steeds meer gewone signalen als pijn gevoeld. Dit komt doordat de hersenen overgevoelig worden voor die signalen.”

“Het is van belang dat de arts goed uitlegt wat pijn is en wat het kan veroorzaken. De patiënt geruststellen en uitleggen wat er speelt. Anders blijft de patiënt twijfel houden of krijgt hij het gevoel zich aan te stellen. Waarschijnlijk ontstaat er na enige tijd toch weer pijn en het gevoel dat het niet klopt. Dan is het belangrijk dat de patiënt zich realiseert dat die pijn er echt is, maar dat de blaas voorzichtig is en de hersenen ook. Zij doen extra hun best om te beschermen. Mijn advies is: probeer het positieve van pijn te zien.”

Welke factoren zijn van invloed op pijn?

Bert Messelink: “De mate waarin het weefsel is beschadigd heeft geen directe relatie met de hoeveelheid pijn. Zo blijkt de kans groot dat mensen die pijn hebben ervaren bij de eerste operatie, na een tweede operatie meer pijn krijgen. Die herinnering aan pijn maakt mensen gevoeliger voor die pijn. Er lijkt een genetisch verband te zijn. We weten nog niet precies wat de oorzaak is, maar sommige mensen hebben aanleg en ervaren pijn intenser dan anderen. Ook het karakter speelt mee; hoe gaat iemand om met iets wat tegen zit. Wordt hij depressief of zoekt hij alternatieven…”

Hoe meten we pijn?

“Pijn kunnen we niet echt meten”, zegt Bert Messelink. “We hebben wel een thermometer, maar geen pijnmeter. De enige manier om pijn te ‘meten’, is de patiënt te vragen hoeveel pijn hij heeft. Dat doen we op een schaal van 0 tot 10, waarbij 0 de minste pijn is en 10 niet te houden pijn. Ook die score blijft heel persoonlijk. Daarom vragen we door: hoe is het met slapen, is er verschil in pijn overdag en ’s nachts, hoeveel last heeft de patiënt ervan en is er verschil bij pijnbestrijding?”

Welke pijn kan ontstaan bij blaas- of nierkanker?

Bert Messelink: “Het is van belang dat er bij blaas- of nierkanker voldoende aandacht is voor pijn. Enerzijds dus de begeleiding door de arts met uitleg over pijn en in welke situaties pijn kan ontstaan, zoals bij plassen. Belangrijk is dat de arts open staat voor alles wat er speelt. Anderzijds is het van belang dat de patiënt zijn pijn deelt met zijn omgeving: met partner, kinderen, ouders en vrienden. Praten over blaaspijn is soms moeilijker, omdat er op ‘plassen’ toch nog een taboe rust. Probeer te praten en uitleg te geven, want anderen voelen vaak toch wel dat er iets speelt. Praten over pijn helpt de patiënt zelf ook; het geeft een geruster gevoel.”

Wat doet pijn bij nierkanker?

De pijn die iemand ervaart, hangt ook af van de behandeling, zoals een operatie en de manier van opereren. Bert Messelink licht toe: “Als bij nierkanker de nier geheel of gedeeltelijk moet worden verwijderd, dan gebeurt dit tegenwoordig vaak met een kijkoperatie. Dit geeft minder pijn dan een open operatie, waarbij een grote snede wordt gemaakt. Ook een blaasverwijdering gebeurt steeds vaker laparoscopisch.”

Hij adviseert om voorafgaand aan de operatie te bespreken wat de behandeling inhoudt. Wat dit na de operatie betekent aan mogelijke pijnklachten. Wat een patiënt zelf kan doen en wat nodig is aan pijnbestrijding na de operatie. “Pijn kan soms lang aanhouden en passen bij normaal herstel bij een operatie”, benadrukt Bert Messelink. “Soms heeft een patiënt na de operatie opnieuw pijn. Dan is het van belang te controleren of er iets is achtergebleven.”

Wat doet pijn bij blaaskanker?

Hij vervolgt: “Als de blaas is verwijderd en er is een stoma aangelegd, geeft de stoma informatie aan de hersenen. Veel mensen hebben last van hun stoma. Ook dan is het advies de stoma te laten controleren: waardoor ontstaat irritatie van de stoma, is de stoma goed aangelegd en is deze goed te verzorgen?”

“Het aanleggen van een stoma gebeurt via een operatie. Dus ook daardoor ontstaat weefselschade en veranderen mogelijk de darm en urineleiders. Dat kan zich uiten in pijn, zonder dat de patiënt zich daadwerkelijk zorgen hoeft te maken. Ga wel altijd na wat de reden van het pijnsignaal is en of er iets moet gebeuren.”

“Bij bestraling bijvoorbeeld bij blaaskanker is er een risico dat ook weefsel rondom de tumor wordt beschadigd. De nauwkeurigheid van bestralingstechniek is de afgelopen jaren vergroot waardoor gezond weefsel beter wordt gespaard. Maar bestraling van de blaas leidt sowieso tot beschadiging van blaasweefsel met als gevolg beschadigingssignalen naar de hersenen.”

“Daarnaast speelt mee dat bestraling lang doorwerkt. Het kan ook later nog klachten en nieuwe pijn veroorzaken, zoals ontsteking van slijmvlies van de blaas. Van belang is daar aandacht voor te hebben: wat is er aan de hand?”
“Verder kan na bestraling de functie van de blaas veranderen, zoals vaker plassen of hevigere aandrang. Heel hevige aandrang kan ook als pijn worden gezien. Met als gevolg dat de hersenen steeds meer pijnsignalen krijgen en aan de bel trekken.”

Hoe is pijn te behandelen?

Bert Messelink: “Er zijn algemene pijnstillers met weinig bijwerkingen en effect op beperkte pijn. En er zijn sterkere pijnstillers voor hevige pijn, met meer bijwerkingen. Dit zijn bijvoorbeeld opiaten, zoals morfine. Verder zijn er pijnstillers die specifiek ingaan op zogenaamde neurogene pijn, wanneer het zenuwstelsel overbelast is geraakt. Pijnbestrijding moet goed worden begeleid door iemand met veel ervaring. Het is van belang dat pijnstillers op het juiste moment worden ingezet; niet te vroeg en niet te laat.”

“Een andere vorm van pijnbestrijding, maar minder gebruikelijk is het geven van een injectie om de zenuw uit te schakelen, een blokkade. Dat heeft soms tot gevolg dat de patiënt minder gevoel heeft in een bepaald gebied.”

“Praten blijft belangrijk bij pijnbestrijding”, benadrukt Bert Messelink. “Er moet aandacht zijn voor de pijn bij blaas- of nierkanker en ook voor de gevoelens die er zijn. Want mensen maken zich toch zorgen. Er is een duidelijke wisselwerking tussen omgaan met kanker en die pijn. Als een patiënt het moeilijk heeft met het omgaan met kanker, dan wordt die pijn ook weer erger. Pijn blijft daarbij een beschermingsmechanisme. Daarom is het van belang om die pijn bespreekbaar te maken, ook in kader van het omgaan met kanker.”

“Overigens hebben mensen verschillende manieren om met iets om te gaan”, vervolgt hij. “Dat zijn coping mechanismen, zoals vermijden, sociale steun zoeken of iets weergeven als ramp (catastroferen). We weten dat als iemand catastrofeert de kans op verergering van de pijn groot is. Coping is goed te beïnvloeden, omdat het gaat over hoe je het doet en niet wie je bent. Er op een andere manier mee omgaan heeft invloed op de pijnervaring.”

“Ook mensen die een gevoel hebben dat hun onrecht is aangedaan (kanker pas laat ontdekt, complicatie na operatie) hebben meer last van hun pijnklachten. Van belang is daar aandacht aan te besteden. Het kan al helpen wanneer het bespreekbaar wordt gemaakt. Bijvoorbeeld door aan die persoon te vragen: ‘Hebt u het gevoel dat er iets mis is gegaan…?’ Het gaat er niet om of het waar is, maar of het gevoel er is.”

Wat beïnvloedt pijn nog meer?

“Ook bij vermoeidheid wil het lichaam iets zeggen. Ga dan na: begrijp ik die vermoeidheid, heb ik meer gedaan dan gebruikelijk? Als er geen reden te vinden is voor die vermoeidheid, dan is het belangrijk om iets te doen. Bij minder energie zegt het brein dat via pijn. Er is een sterke wisselwerking tussen pijn en vermoeidheid. Als iemand vermoeid is, wordt de pijn meestal erger. En als iemand veel pijn heeft, kan hij daar ook heel moe van worden. Pak dus beide aan.”

“Soms hebben mensen geen puf meer om iets te doen”, zegt Bert Messelink. “Dat kunnen we interpreteren als vermoeidheid, maar ook als somberheid. Depressieve gevoelens hebben invloed op pijn. Geef dit aandacht: waarom ben ik somber, maak ik me zorgen of vertrouw ik het niet? Vraag indien nodig aan de behandelend arts om een doorverwijzing. Mensen kunnen leren hoe zij met dat soort gedachten kunnen omgaan. Ook dat helpt bij de bestrijding van pijn.”

Bert Messelink zegt samenvattend: “Bij de behandeling van pijn kijkt de arts eerst naar de oorzaak van pijn: is er iets beschadigd en kan dat met een behandeling herstellen? Bijvoorbeeld als er na de operatie een ontsteking ontstaat, kijken we of we daar iets aan kunnen doen. Als er geen oorzaak wordt gevonden, dan behandelen we de pijn zelf. Die pijn is namelijk altijd reëel. Als iemand zegt dat hij pijn heeft, dan moet hij iets met die pijn. Daarmee zien we de pijn eigenlijk als ‘ziekte’ op zich. Gelukkig zijn ook daarvoor goede behandelingen beschikbaar.”

 

Pijndiagnose

Om de oorzaak van pijn te achterhalen, kunt u uzelf de volgende vragen stellen.

  • Waar zit de pijn?
  • Sinds wanneer heeft u deze pijn?
  • Hoe omschrijft u de pijn? Bijvoorbeeld scherp, dof, brandend, zeurend, snijdend, kloppend of drukkend.
  • Wat verergert of vermindert te pijn?
  • Is er een relatie tussen de pijn en bepaalde activiteiten? Bijvoorbeeld lopen, zitten of naar toilet gaan.
  • Hoe erg is de pijn? Is de pijn altijd even erg of zijn er momenten waarop u minder of meer pijn heeft?
  • Straalt de pijn uit naar andere delen van het lichaam?
  • Breidt de pijn zich uit rondom de oorspronkelijke pijn?
Meer informatie