Vermoeidheid bij kanker

Vermoeidheid voor, tijdens, maar vooral ook na de behandeling van kanker.
Veel (ex-)kankerpatiënten ervaren last van vermoeidheid, die er ineens is. Vermoeidheid die ook niet weggaat na het nemen van rust.
December 2019 | door Jolanda Thelosen.

Vermoeidheid bij kanker is een veelgehoorde klacht. Dit kan lichamelijke vermoeidheid zijn, maar ook geestelijke, zoals concentratieverlies.

Wat is vermoeidheid?

Vermoeidheid is een gebrek aan energie. Iedereen voelt zich weleens moe na een buitengewone inspanning. Dat is ‘gewone’ moeheid, maar die bedoelen we hier niet. Veel mensen met kanker hebben last van extreme vermoeidheid, die niet in verhouding staat tot de verrichte activiteit of inspanning.

Hoe vermoeidheid wordt ervaren, kan van persoon tot persoon heel verschillend zijn. Het is een persoonlijke ervaring, net zoals pijn. Het is wat u zegt dat het is.

De een is futloos, slap, lusteloos, somber. De ander is werkelijk uitgeput. Tussen die twee zit van alles. Bij sommigen is de vermoeidheid voortdurend aanwezig. Bij anderen is de moeheid juist sterk wisselend en onvoorspelbaar: het ene moment voelen ze zich goed, het andere moment hebben ze ineens last van extreme vermoeidheid. Ze hebben minder energie dan ze gewend waren.

Oorzaken

Vermoeidheid bij kanker kan op verschillende momenten voorkomen: voor de diagnose, tijdens de behandeling en erna.

Vermoeidheid die al voor de diagnose optreedt, kan door de kanker zelf komen of door de directe gevolgen daarvan. De snelle groei van een gezwel kan veel energie kosten, met als gevolg vermoeidheid. Klachten over ongewone vermoeidheid gelden als signalen die kunnen wijzen op kanker. Het advies is om bij deze signalen naar de huisarts te gaan.

Ook tijdens en kort na de behandeling kan vermoeidheid optreden. Soms veroorzaakt de behandeling zelf moeheid. Dit kan een bijwerking van de behandeling zijn, die meestal vanzelf overgaat. Deze vermoeidheid wordt door de meeste patiënten en de mensen om hen heen gezien als ‘iets dat erbij hoort’.
Vooral de combinatie van de behandelingen en de psychische druk die met kanker gepaard gaat, is zwaar en uitputtend.

Vermoeidheid bij behandeling

Het doel van de behandeling is om alle kankercellen uit het lichaam te verwijderen. De behandelingen, zoals een operatie, chemotherapie, chemoradiatie of immuuntherapie, kunnen een oorzaak zijn van ver-moeidheid. Over het algemeen is er veel energie voor nodig, alleen al om de behandeling zo goed mogelijk te doorstaan. Bovendien hebben de behandelingen vaak specifieke effecten op de manier waarop het lichaam energie gebruikt en weer opbouwt.

De duur van de behandeling speelt ook een belangrijke rol. Hoe langer de behandeling voor kanker duurt, hoe groter de kans op vermoeidheid. Een succesvolle operatie zonder nabehandelingen leidt minder vaak tot vermoeidheid dan een operatie met complicaties en/of een nabehandeling.

Vermoeidheid en gevoelens

Naast de belasting van de behandeling spelen er ook allerlei gevoelens mee. Gevoelens zoals angst, verdriet en onzekerheid kosten veel energie. De aandacht gaat meestal eerst naar het zo goed mogelijk doorkomen van de behandeling.

In het eerste jaar na de behandelingen staat emotioneel en fysiek herstel centraal. De conditie moet opnieuw worden opgebouwd. Pas dan komt er ruimte om de kanker en gevolgen ervan te verwerken. In deze periode proberen mensen dat wat ze de afgelopen maanden hebben meegemaakt op een rijtje te zetten en zoeken ze naar een weg hoe ze verder kunnen. Dit proces van verwerking verloopt vaak grillig. Van tijd tot tijd zullen de emoties weer oplaaien.

Chronische vermoeidheid

Meestal vermindert de vermoeidheid ongeveer een jaar na afloop van de behandeling. Echter bij blaas- of nierkanker blijkt vermoeidheid een van de meest voorkomende late gevolgen te zijn.
Een deel van de (ex-)kankerpatiënten heeft zes maanden na de behandeling nog steeds last van buitengewone vermoeidheid, terwijl er op zich geen directe oorzaken zijn aan te wijzen. Dan kan er sprake zijn van chronische vermoeidheid.
Deze vermoeidheid is voor veel mensen minder goed te aanvaarden. Tijdens de behandelingen was er een duidelijke reden voor de moeheid. Nu zijn er nog steeds redenen voor de vermoeidheid, maar die zijn niet meer zo duidelijk. Dat leidt ook tot onbegrip bij anderen.

Chronische vermoeidheid kan ontstaan doordat het verwerken van de kanker en de gevolgen ervan niet goed lukt. Sommige mensen blijven bezig met wat er met ze is gebeurd en dat roept soms negatieve emoties op.

Negatieve emoties zijn een bron van stress en stress vergt veel energie. En als er geen gelegenheid is om uit te rusten en te ontspannen, putten mensen zichzelf daarmee uit. Ze verbruiken meer energie dan ze kunnen opbouwen.

Last van vermoeidheid

Langdurige vermoeidheid kan verstrekkende gevolgen hebben. Mensen voelen zich minder sterk, minder gezond en hebben minder uithoudingsvermogen. Daardoor zijn allerlei activiteiten die voorheen vanzelfsprekend waren dat nu niet meer. Daarmee leren omgaan, is niet gemakkelijk. Het is vaak moeilijk te accepteren dat veel van wat vroeger kon, nu niet meer gaat.

Vaak komen er dingen bij, zoals piekeren, niet goed kunnen slapen, spanning en moeite hebben met concentreren. Heel wat mensen zijn emotioneel uit balans.

De vermoeidheid kan mensen beperken in hun dagelijkse leven. Het kan ingrijpende veranderingen teweegbrengen voor partner of gezin. Mogelijk is er minder energie voor sociale contacten en verandert daardoor de relatie met vrienden. Ook werk en hobby’s hebben vaak te lijden onder de moeheid.

Advies om langdurige vermoeidheid te bestrijden: zorg ervoor dat de activiteiten passen bij het energieniveau. Doe dus niet te veel en zorg voor geregelde rust en ontspanning. In de praktijk blijkt dit niet zo eenvoudig te zijn. Als het energieniveau daalt, kost het tijd om de activiteiten aan te passen. En soms, zoals bij verplichtingen, is het niet altijd mogelijk om de activiteiten aan te passen. Dan wordt mogelijk toch de eigen grens overschreden. Hoe vermoeider iemand al is, hoe harder dat dan aankomt.

Energie opbouwen

Er zijn verschillende mogelijkheden om energie op te bouwen. Welke daarvan voor u geschikt is, hangt af van wat er precies aan de hand is. Als nog niet goed bekend is, wat de oorzaken van vermoeidheid zijn, houd dan enige tijd een dagboek bij. Noteer waar u energie van krijgt en wat energie kost. Zo krijgt u inzicht en mogelijk helpt het u beter te kiezen waar u uw energie in steekt.

Iedere persoon is anders. Dus ook datgene wat helpt bij het omgaan met vermoeidheid zal voor iedereen verschillend zijn. Voor sommigen werkt het goed om ’s middags even te slapen. Anderen vinden het prettiger om naar muziek te luisteren of te gaan wandelen.
Probeer regelmaat in de dagen te houden. Voor uw lichaam is een regelmatig ritme het beste, zoals op een vaste tijd opstaan en gaan slapen. Zo houdt u rekening met uw biologische klok. Als uw slaappatroon is verstoord, probeer dit dan te herstellen. Dat kan met begeleiding van een huisarts of met behulp van speciale slaap-trainingsprogramma’s.

Veel mensen vinden het moeilijk om hulp en advies van anderen te accepteren. Door uw grenzen aan te geven of ‘nee’ te zeggen wanneer u vermoeid bent, kunnen anderen u indirect toch helpen. Het helpt u bij het vinden van een nieuwe balans tussen werk, vrije tijd, gezin, familie en vrienden.
Ook bewegen helpt. Een half uur tot een heel uur per dag bewegen, zorgt voor een betere doorbloeding en betere afvoer van afvalstoffen. Zelfs tijdens de chemotherapie wordt tegenwoordig aanbevolen om in beweging te blijven. U kunt dan zelf meer of minder rustmomenten inbouwen. Bouw lichamelijke activiteiten, zoals wandelen en fietsen, geleidelijk en systematisch op. Zet u ertoe, want hoe beter uw lichamelijke conditie, hoe minder snel u moe bent en hoe sneller u herstelt als u moe bent.

Zorg voor een goede verdeling van activiteiten over de dag en over de week. Bouw rustpunten in.
Wissel bezigheden af. Maak bijvoorbeeld niet in één dag het hele huis schoon, zoals u misschien gewend was. Zorg voor een goede verdeling van lichamelijke en geestelijke activiteiten over de dag. En verdeel ook de makkelijke en moeilijke activiteiten. Te lang in eenzelfde houding zitten of staan, veroorzaakt soms meer vermoeidheid. Hoe beter u zich kunt ontspannen, des te meer energie krijgt u.

Probeer de draad weer op te pakken. Probeer het huishouden weer zelf te doen, sociale contacten te onderhouden, probeer weer aan het werk te gaan. Professionele behandeling is niet altijd nodig. Uit onderzoek blijkt dat in de eerste drie à vier jaar na het beëindigen van de behandeling(en) de vermoeidheid nog kan herstellen zonder therapie.

Organisaties die kunnen helpen

Het Nederlands Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid (NKCV) heeft een behandeling speciaal voor vermoeidheid lang na de behandeling ontwikkeld. Deze behandeling wordt cognitieve gedragstherapie genoemd. Het is een vorm van psychotherapie waarbij de nadruk ligt op het veranderen van aan de klachten verbonden gedachten en gedragingen. De behandeling is gericht op de risicofactoren van vermoeidheid na kanker. Meer informatie bij NKCV.

Het Helen Dowling Instituut is het project ‘Fitter bij kanker’ gestart om ervoor te zorgen dat mensen meer grip kunnen krijgen op vermoeidheid. Meer informatie bij HDI.

Lotgenotencontact

Het voordeel van omgaan met lotgenoten is dat zij vaak aan één woord genoeg hebben. Zij hebben geen uitgebreide uitleg nodig over hoe u zich voelt, begrijpen uw frustratie als iets niet lukt en hebben vaak ook goede tips hoe u met bepaalde dingen kunt omgaan. Lotgenoten kunt u spreken per telefoon of ontmoeten bij Leven met blaas- of nierkanker. Meer informatie bij lotgenotencontact.

Komt u er zelf niet uit?

Op de website kankerdoetveelmetje vindt u meer informatie over gevoelens en emotie. Daar vindt u ook verschillende hulpverleners die gespecialiseerd zijn in hulp bij vermoeidheid na kanker.

Tips voor boeken
  • Een lichaam van lood, vermoeidheid na kanker en wat eraan te doen, Maria Hendriks,
    ISBN 978-90-79919-06-2.
  • Ik ben zo moe, zorgen voor jezelf, Henk Hermans, ISBN 978-90-53525-70-8.
  • Angst na kanker, Jan Verhulst en Coen Völker, ISBN 978-94-01446-87-7.