Presentatie voeding en leefstijl nierkanker
8 april 2017 voeding en leefstijl bij nierkanker: “Mensen met een hoge spiermassa en hoge spierkwaliteit hebben vaak een beter ziekteverloop bij uitgezaaide nierkanker”, zegt dr.ir. Alina Vrieling, epidemioloog bij Radboudumc tijdens de Landelijke Contactdag op 8 april 2017.
Het is bekend dat er een relatie is tussen lichaamsgewicht en het risico op kanker. Vaak wordt dan gekeken naar de body mass index (BMI).
Kankerpreventie en gewicht
Een hoge BMI is gerelateerd aan verhoogd risico op 11 soorten kanker, onder andere nierkanker. Dit blijkt uit onderzoek van Wereld Kanker Onderzoek Fonds (WKOF). WKOF geeft aanbevelingen voor kankerpreventie. Zoals: zorg voor een gezond en zo laag mogelijk gewicht, maar vermijd ondergewicht. En beweeg iedere dag minimaal 30 minuten.
Gewicht bij kanker
Maar wat als er al sprake is van kanker? Wat is dan belangrijk wat lichaamsgewicht betreft?
Alina Vrieling: “Hier is nog weinig onderzoek naar gedaan. De studies die zijn gedaan op het gebied van nierkanker tonen aan dat overgewicht het risico op kanker verhoogt, maar ook dat mensen met een hoger lichaamsgewicht bij de diagnose van kanker een grotere overlevingskans hebben. De vraag is dus: wat moeten we patiënten na de diagnose nierkanker aanbevelen?”
Mogelijke verklaringen
“Er zijn verschillende verklaringen voor deze zogenoemde obesitas paradox”, zegt Alina Vrieling. “Mensen met een hoge BMI hebben meer energiereserves, waardoor zij therapieën mogelijk beter doorstaan. Maar het is ook mogelijk dat mensen met een hoge BMI vaker bij de huisarts of in het ziekenhuis komen waardoor kanker in een vroeg stadium wordt ontdekt. Als kanker in een vroege fase wordt ontdekt, zijn de tumoren vaak minder agressief. Maar zelfs als de tumoren wat stadium betreft vergelijkbaar zijn, lijken mensen met een hogere BMI bij kanker een grotere overlevingskans te hebben.”
Een andere verklaring ligt misschien in het moment waarop de BMI wordt gemeten. Was iemand al langer ziek en is hij veel afgevallen? Is de BMI voor of na de diagnose van belang?
Alina Vrieling noemt nog een verklaring: “Het wordt steeds meer duidelijk, dat BMI niet hetzelfde is als lichaamssamenstelling. Hier doen wij nu onderzoek naar. Bij lichaamssamenstelling wordt gekeken naar de hoeveelheid en verdeling van vet- en spiermassa.”
Voor de diagnose en tijdens de follow-up wordt vaak een CT-scan gemaakt. Een scan op ongeveer navelniveau geeft een goede indicatie voor de lichaamssamenstelling. “Mensen met een relatief hoge spiermassa, een hoge spierkwaliteit en weinig visceraal vet hebben vaak een beter ziekteverloop bij kanker”, zegt Alina Vrieling.
Hoe dit precies zit bij nierkanker is nog niet helemaal duidelijk. Er is wel onderzoek gedaan naar uitgezaaide nierkanker. Daaruit blijkt ook dat een hoge spiermassa en hoge spierkwaliteit samenhangen met een beter ziekteverloop. Maar voor gelokaliseerde nierkanker is dit nog niet goed onderzocht.
Onderzoek nierkanker
Alina Vrieling is daarom een onderzoek gestart, gefinancierd door KWF Kankerbestrijding. Onderzoeksvragen zijn: 1) is lichaamssamenstelling van invloed op het ziekteverloop na nierkanker? 2) welke factoren zijn van invloed op de lichaamssamenstelling van nierkankerpatiënten?
In dit onderzoek worden CT-scans verzameld van mensen die in 2004 tot 2012 de diagnose nierkanker kregen. Op basis van medische dossiers wordt gekeken naar de lichaamssamenstelling bij en na diagnose en naar het ziekteverloop.
Daarnaast start een onderzoek bij mensen die nu of de komende drie jaar de diagnose nierkanker krijgen. Bij deze groep worden de CT-scans op moment van en het jaar na diagnose verzameld om de lichaamssamenstelling te bepalen. Op 3-4 maanden en op 9-10 maanden na diagnose wordt bloed afgenomen en wordt de patiënt gevraagd vragenlijsten in te vullen. In de vragenlijsten staan vragen over onder andere leefstijl en kwaliteit van leven.
“Met dit onderzoek willen we meer inzicht krijgen in de invloed van lichaamssamenstelling op het ziekteverloop en in leefstijlfactoren die van invloed zijn op lichaamssamenstelling. Zo hopen we uiteindelijk leefstijladviezen te kunnen geven om het ziekteverloop te verbeteren”, aldus Alina Vrieling.